nY #25 is verschenen

 

Onlangs verschenen, op papier en digitaal:

 

Inhoudsopgave en bestelinformatie

Nie


Lees
nY niet in bed, niet in vervoering. Niet tijdens de lunch, bij zielsversterving of in een wachtkamer. Niet voor iemand anders, niet als kwaliteitstijd. Niet omdat u er slimmer van wordt, dat is een misvatting.

In dit nummer geen ongehoorzame essays, geen theater van staatlozen, geen poëzie van de revolutie. U mag uw eigen kleren niet dragen, niet toekijken hoe het drama dat liefde heet niet gespeeld wordt. Historisch reflecteren over wat kan bevrijden wordt niet toegestaan en in tien gedichten ontzeggen we u een bedrieglijk eenvoudig herinneren. We onthouden u plezier. Neen, de ‘Met vriendelijke groet’ ondertekende brieven aan Dirk van Bastelaere krijgt u niet te zien. Niet als u niet meespeelt, tenminste.

Dit is het spel. U neemt kinderen mee, een geliefde, ouders, vrienden die u graag vrienden zou noemen. U trekt met hen naar de Jardin d’émail van Jean Dubuffet in de beeldentuin van het Kröller-Müller Museum. U beklimt de steile trap. U ziet de witte vlakte, de zwarte lijnen. Het is kunst, geen ijs. En dus valt u. Vallen zij. Valt de lucht. Voor even.

Daar kunt u deze nY openslaan. Net als Dubuffet willen de teksten in dit nummer de wereld opnieuw tekenen, in grote zwarte strepen op een wit blad, met bochten en bergen, pleinen en glibberige lanen van de vrijheid. Dat is wat u kunt lezen in Mohammed al-Ajami’s ‘Jasmijngedicht’, waarvoor de dichter nog steeds gevangen zit in Doha, wat Jonas Staal toont in zijn essay over de revolutie in Rojava, wat Éireann Lorsung laat zien in haar gedicht over Bobby Sands. In onze emaillen tuin kunt u, onder de vreemde toren, met Kris Pint en Nadia Sels in gesprek gaan over autarkie bij Gombrowicz (ti-ri-ri!). Frank Keizer debiteert er, flanerend op de rand, zijn brieven aan Dirk van Bastelaere, en aan de overkant scandeert het collectief Liberate Tate zijn lemma’s over het oliegeld dat naar het hart van de moderne kunst vloeit. We zetten koers naar Londen! Christophe Van Gerrewey tikt u niet op de vingers wanneer u symptomen van plezier begint te vertonen. Integendeel, dat is het. Val op, val neer, bots en balanseer. Huisjes maken doen we niet. Er valt niet te schuilen, weet Johan Sonnenschein, die Jacob Groots Nieuwe zon las. We wachten op het kletteren van de elementen, geïnspireerd door Michiel Rys’ lectuur van Žižeks Robespierre. En hollen elkaar achterna, opgezweept en weg van het gezwets, de verhalen van Daniël Rovers en Sven Vitse in. Onze nieuwe Gast Kreek Daey Ouwens, ten slotte, doet u de steile trap weer afdalen en opent het kleine deurtje naar het huis van uw jeugd en de tuin daarachter, waar elke dag een ander kadaver aangetroffen wordt.

De bijdragen van Liberate Tate, Christophe Van Gerrewey, Nadia Sels & Kris Pint en Michiel Rys bereikten ons via Arne De Winde en Esther Peeren, en maakten deel uit van het Performing Protest-festival dat vorig jaar plaatsvond in Leuven, andere sloten weerspannig aan.

De beelden zijn van Koba De Meutter. De sculpturen en ingrepen in de museale en publieke ruimte van De Meutter zijn een uitnodiging tot respons, waarbij ze zichzelf niet voor lief nemen. Men kan bv. beslissen dat ze (nu) niet ter zake doen, of ze ‘plaatsen’, ze in een alertheid voor het eigen lichaam aanraken of bewegen, ze met de specifieke ruimte verbinden en die herdenken… De verdichte objecten en constellaties creëren bovendien een oponthoud bij zichzelf, waardoor elke mogelijke actie over haar eigen voorwaarden nadenkt.

Tot slot danken we vormgevers Thomas Desmet en Benoît Vandenbroucke voor de aangename samenwerking, en verwelkomen we Oliver Ibsen, die nY een frisse, ietwat langere en smallere vorm gaf.

Maar laat u niet vangen aan de nieuwe vorm. Protesteer.

Bruut begin?
C’est exactement ça.

Nie wieder nie wieder nY.