In augustus ’92 belegeren jongeren en uit de omgeving toegesnelde neonazi’s dagenlang een opvangcentrum voor asielzoekers in Lichtenhagen, een banlieu van de na de Wende door massale werkloosheid geteisterde Hanzestad Rostock. Het gebouw van de Zentrale Aufnahmestelle für Asylbewerber für Mecklenburg-Vorpommern zit overvol, en honderden asielzoekers leven al maanden noodgedwongen zonder voorzieningen en in mensonwaardige omstandigheden tussen de appartementsblokken in de plantsoenen. Van lieverlee wordt de situatie onhoudbaar. Door de ruiten van het asielcentrum, een typische DDR-Plattenbau met op de zijgevel drie gestileerde zonnebloemen, vliegen stenen, stukgeslagen straattegels en molotovcocktails. Wegens logistieke problemen laten de politie en de brandweer het door de vele omstanders aangemoedigde janhagel betijen. Om een straatgevecht te vermijden worden zelfs enkele te hulp gesnelde antifascisten en leden van linkse groeperingen opgepakt. Meermaals wordt het gebouw door de belagers bestormd; pas op de derde dag evacueert de politie de bewoners van de ZAst. De volgende nacht is het echter het aanpalende woonblok dat het hard te verduren krijgt. Meer dan honderd Vietnamezen zitten er in de val. Ook nu spatten er molotovcocktails tegen de gevel uiteen, en in het kort en klein geslagen portaal gieten rechtse extremisten enkele jerrycans leeg: Wir kriegen euch alle, jetzt werdet ihr geröstet! De nooduitgangen naar het belendende blok zijn door de autochtone bevolking uit angst voor represailles op slot gedaan of gebarricadeerd – de naar de bovenste verdiepingen gedreven Vietnamezen kunnen slechts ternauwernood langs het dak ontsnappen. De massa joelt.
Het was niet de eerste keer dat het ‘neue hässliche Deutschland’ zijn gezicht toonde. In september ’91 hadden rechtse extremisten in het Saksische stadje Hoyerswerda al onder applaus een asielcentrum aangevallen. En er zouden nog meer schermutselingen volgen: na het ‘Sonnenblumenhaus’ sloeg het vuur al snel over naar andere steden, ook in het westen. Maar het waren de beelden van de pogromachtige belegering in Rostock-Lichtenhagen die de wereld rondgingen. Berucht is onder meer de foto van een straalbezopen toeschouwer die de Hitlergroet brengt, getooid in een schwarz-rot-goldenes voetbaltruitje, en met een natte plek op het kruis van zijn trainingsbroek. Lichtenhagen werd een begrip, ‘das innere Rostock’ een nationaal syndroom.
De politieke reacties bleven niet uit. Het geweld bespoedigde de invoering van de zogenaamde Drittstaatenregelung door de CDU-SPD-coalitie onder leiding van Helmut Kohl in ’93; op Europees niveau werd met de conventies van Dublin de facto een soortgelijke regeling van kracht. Deze verscherping van de asielwetgeving bepaalt dat asielzoekers die het land binnenkomen via als ‘veilig’ beschouwde derde landen zonder asielprocedure kunnen worden teruggestuurd. De regeling is tot op de dag van vandaag erg omstreden. Verschillende vluchtelingenorganisaties klagen aan dat enkel asielzoekers die het geld voor vluchtelinghelpers en mensensmokkelaars kunnen ophoesten nog een kans krijgen, waardoor ironisch genoeg politieke vluchtelingen er soms niet eens meer in slagen een aanvraag in te dienen. Het is goed te beseffen dat de wortels van de aanpak van het vluchtelingenvraagstuk in Fort Europa onder meer in die donkere augustusmaand liggen. Nog geen twee jaar na de hereniging was de euforie van de open grenzen definitief voorbij.
* * *
Uit: Lexicon 90.