Creep – Eng., griezel, engerd. Simon zegt: mooie kop voor de radio. In ’92 de eerste en meteen enige hit van het Britse antwoord op de toenmalige gitaren uit Seattle. Maar waar Kurt – ‘a denial!’ – Cobain zijn gehoor aan het pogoën schreeuwde, voerde Thom – ‘she run, run, run, run, run’ – Yorke het zijne mee in de ijlte van zijn uitbrekende falset. Ving ook de dood (’97) van collega-kopstem-met-gitaar Jeff Buckley op.
‘Creep’ domineerde Radioheads werk vanaf hun conventionele gitaardebuut Pablo Honey (’93) en was dat ook blijven doen als ze het nummer in ’98 niet van hun setlist hadden geschrapt. Nu hun hitvermogen (1x) bewezen was, maakte de band voortaan albums en de sprongen daartussen. Elke plaat kent zijn nieuwe ‘Creep’ die het voorbij de muziek zoekt – vaak in het slotnummer: ‘Street Spirit’ op The Bends (’95), ‘Exit Music (For a Film)’ en ‘The Tourist’ op OK Computer (’98). Pas met Kid A (2000) lost de band zijn belofte in, door de rock-’n-roll te laten uitvloeien in elektronische instrumentaliteit. Gitaren zijn vervangen door samples, liedjes door montages, en de zang van Yorke is digitaal gecut. Daarna breekt de band met zijn laatste gewoonte: het voorschrift zichzelf met elke plaat te vernieuwen sneuvelt als met Amnesiac (2001) Kid B verschijnt. Het epos ‘Paranoid Android’ wordt geëmuleerd door het aan Mingus schatplichtige ‘Pyramid Song’, en waar Yorkes stem het in ‘How to Disappear Completely’ nog won van de violen, buigt hij op het slotnummer ‘Life in a Glass House’ voor de trompet van een bejaarde Humphrey Lyttelton. Exit fetisjvan de popmuziek – de stem.
Radiohead bevestigt in 2001 zijn grensbereik door de herneming van ‘Creep’ in Oxford, de plaats waar Yorke het nummer als student schreef in de eighties. Het decennium van de groei was ten einde, de band wilde weer plezier maken. Dat had je wel, op Werchter 2003, de jubileumeditie van het festival dat zich had ontwikkeld tot een fort. De openingsavond zette Radiohead op zijn plaats tussen Björk en Massive Attack, maar ‘Creep’ bleef je bespaard. De griezel kwamde avond erna, toen yoga-dj Moby zijn set onderbrak om zijn lievelingsband aan te sporen zijn lievelingsnummer weer eens te spelen. Hij kreeg een gitaar omgehangen en speelde ‘Creep’ dan maar zelf – of hoe falset vals werd. In 2009 bracht de Moby van de jaren 80 – Prince – zíjn versie, in 2010 zong het Belgische koor Scala & Kolacny Brothers het nummer als score onder de trailer van de facebookfilm The Social Network. Begon een talentvolle engerd eind jaren 80 nog een gitaarband, na de jaren 90 begint hij een sociaalnetwerksite.
Uit: Lexicon 90
[De auteur in zijn nineties:]
Tot hij eind ’96 een boek oppakte en in de rijksdaalderscène van Vanwege een tere huid viel, drukte js (1980) zijn Hilversumse verveling stuk op allerlei controllers. RSI bestond nog niet, maar in ’98 keerde hij vermoeid terug naar zijn geboortestad Amsterdam om zich extracurriculair fit te lezen.