Britpop – Op hetzelfde moment dat de Amerikaanse grunge vanaf de noordelijke westkust met lange haren en ruige gitaren de wereld inwoei, werd er in de Britse muziekscene een ander geluid geboren. Het fenomeen Britpop brak door op een golf van cultureel nationalisme dat alles wat Brits was verheerlijkte in eenzelfde beweging waarmee de dominante Amerikaanse cultuur werd afgezworen. Brett Anderson van Suede poseerde in ’93 op de cover van Select met ontblote buik, een welvende Union Jack als achtergrond en de headline ‘Yanks go home’.
Dat Oasis zich van meet af aan identificeerde met The Beatles, bleek vooral uit zanger Liam Gallaghers kapsel. Britpop ontstond in de pub. Bands als Suede, Pulp, Blur en Elastica (be)dronken (zich) vaak in de Noord-Londense kroeg The Good Mixer, Morissey woonde er in de buurt, en Menswear werd er zelfs gevormd. Voor sommigen begon het hele verhaal met de stationsromanachtige driehoeksrelatie tussen Anderson van Suede, Justine Frischmann van aanvankelijk Suede en later Elastica en Blurfrontman Damon Albarn. Justine verliet Brett voor Damon en dit zorgde voor inspiratie op alle hoeken. Toen Blur op 30 maart de single ‘Pop Scene’ uitbracht en Suede op 11 mei ’92 ‘The Drowners’ was de Britpop een feit.
In april ’94 stierf de grunge met Kurt Cobain, maar voor de Britpop begon het pas goed met de release van Blurs derde album, Parklife, dat het tot de belangrijkste band van het VK katapulteerde. In ’95 culmineerde het tot de zogenaamde ‘British heavy weight championship’ of ‘the Battle of Britpop’. Blur zou het voor eens en altijd met aartsrivaal Oasis uitkampen en stelde de release van de single ‘Country Life’, waarvan de videoclip geregisseerd werd door goede vriend Damien Hirst, twee weken uit om in dezelfde week als Oasis’ ‘Roll With It’ te verschijnen. Blur won, maar Oasis’ album Morning Glory beslechtte de oorlog door vier miljoen keer over de Britse toonbank te gaan en door datgene te doen wat Blur nooit zou lukken: doorbreken in de VS. De strijd ging echter niet alleen om de hitparade, maar reflecteerde ook de sociale verschillen en grieven tussen het zuiden van het VK, dat vooral een middenklasse heeft, en het meer door de arbeidersklasse bevolkte noorden. Blur werd op het schild van middenklasse gehesen, Oasis speelde de noordelijke authentiekeling met arbeidersroots.
De politiek maakte zich bewust van deze krachten achter het succes van de bands. Na achttien jaar tory’s, met eerst Margaret Thatcher en dan John Major, was Groot-Brittannië in ’97 klaar om het roer om te gooien met het ‘New Labour’ van Tony Blair. Alastair Campbell, de persverantwoordelijke van Blair, schreef in de herfst van ’96: ‘Something has shifted, there’s a new feeling on the streets. There is a desire for change. Britain is exporting pop music again. Now all we need is a new government.’ Nadat Blair de verkiezingen had gewonnen, nodigde hij artiesten uit naar Downing Street 10. Noel Gallagher daagde op, maar Damon Albarn stuurde zijn kat en een postkaart waarop hij de uitnodiging weigerde, aangezien hij nu ‘een communist’ was. Het begin van New Labour betekende het einde van de eerste golf van de Britpop. Eind jaren 90 verschoof de aandacht naar bands als Radiohead (‘Creep’), Coldplay en The Verve.
tlc (1979) ging op 10 oktober ’94 met een vriendin naar een concert van Blur in Keulen. Damon zei: ‘There is someone in the front row with a fan and it’s so cute’. Dat was zij.