Bergkamp, Dennis Nicolaas Maria – Uitvinder van manoeuvres. Juichte zelden uitbundig (een van zijn bijnamen: The Iceman). Creëerde nieuwe parameters, bewoog zich buiten de statistieken. Op wat hij deed bereidde de empirie je niet voor. Zijn goal tegen Argentinië in de kwartfinale van het WK in ’98 laat dat zien, het schitterendste wonder dat hij heeft mogelijk gemaakt, de uitvoering van een welhaast goddelijk draaiboek. Het moment draagt bij: een minuut voor tijd, 1–1, een kleine Argentijnse spits had zojuist rood gekregen voor een kopstoot tegen een boomlange doelman die zich theatraal liet vallen. Het was weer tien tegen tien.
Toen je de goal zag ontstaan, in de korte tijd dat de bal na de trap van een verdediger door de lucht (hemel?) zeilde, keek je heel even om je heen in de kroeg. Je voelde dat iedereen begreep wat de sprintende Bergkamp moest doen om bij die bal te komen. Je wist het al, je zag het voor je, als een visioen, en de andere cafébezoekers deelden in dat visioen, daarvan was je overtuigd. Je nam alle hoofden waar die lichtjes naar een aan het plafond bevestigde televisie neigden, de handen begonnen aarzelend te bewegen, iemand schreeuwde een smekend ‘jaaaaah’. Bergkamp deed wat gebeuren moest. Zijn aanname was de vonk van het doelpunt. Dit was geen magie, maar een ingreep. ‘Feilloos’ noemde de commentator die aanname, en terecht: Bergkamp bevond zich in een positie waarin hij alleen maar fouten kon maken. Dat hij dat niet deed was het wonder.
Hoewel iedereen wist dat Bergkamp de bal moest aannemen, kon niemand bevroeden hoe hij dat zou doen. Terwijl hij met een verdediger aan zijn zijde op volle snelheid aan het rennen was om de bal te halen, sprong hij om hem aan te nemen. Een sprong! Bergkamp kwam los van de grond, hij zweefde, als met gevleugelde voet. Hij legde de bal niet ‘dood’ maar liet hem van zijn schoen af tikken zodat hij dichtbij op zou stuiten op het droge gras. Met die subtiele toets onderbrak hij de vaart van de bal, stuurde hij bij. Een tweede tikje naar links om de verdediger te foppen (een ‘poort’) diende ook als voorbereiding op de slotactie. De bal stuitte nog twee keer. Tijdens de daling na de tweede stuit schoot hij met zijn rechterwreef binnen in de linkerbovenhoek. Met deze afronding voerde hij een script uit dat hij samen met zijn in vervoering gebrachte publiek geschreven had.
Zelf verklaarde Bergkamp de aanname cruciaal voor het verloop van de actie: ‘The first touch [has] got to be perfect to make a second touch.’ Het doelpunt als nevenverschijnsel van het eerste moment dat de bal door Bergkamp werd aangeraakt – daarin school het geheim van zijn spel.
Volgens Alessandro Baricco is hij het soort genie dat in het huidige voetbal geen plaats meer heeft, denk aan de manier waarop Messi onschadelijk werd gemaakt op het WK van 2010. Heen en weer tikken en kaatsen, de tegenstander afmatten, het team openscheuren – zo wordt er nu gespeeld. Bergkamp was een overgangsfiguur, zijn samenspel en inzicht zorgden ervoor dat hij tot 2006 kon blijven voetballen, maar zijn manoeuvres behoorden toe aan een ander tijdperk. Hij maakte zelfs zijn VWO af! Welke profvoetballer gaat hem dat ooit nog nadoen?
Uit: Lexicon 90
[De auteur in zijn nineties:]
jwa (1978) maakte als zeventienjarige centrumspits van de A1-junioren van TSC (Oosterhout) in het seizoen ’95/’96 een gedenkwaardig doelpunt uit bij VOAB (Goirle). Ter hoogte van Tilburg beweerde hij in de auto dat hij zou scoren bij het eerste balcontact, tot vermaak van alle inzittenden. Nog geen halve minuut na de aftrap gleed hij de bal binnen.