Azurenkust

Gedicht van Gwenaëlle Stubbe, vertaald door Piet Joostens.
Eerst verschenen in
yang 2007 nr. 1.

 

In een heilzaam klimaat (warm en blauw) plakt soms een klein zwart inktvisje vast aan het
klimaat. Da’s niet zo erg. Het verandert eigenlijk niets aan het klimaat. Behalve dat het tot
tegen de rand van zijn lijst wordt geduwd. Het inktvisje is klaar om eroverheen te kruipen.

Dan iets als een indruk: natte hond op de lijst en een kwalijke reuk van verstorven inktvis.

En niemand die nog durft te zeggen: weet je, da’s een lekker klimaat, geniet er maar van,
ga er maar in, in dat klimaat!

In dit type van (heilzame) sferen zitten soms slijmerige excessen van inktvis die verder reiken
 dan nodig. Het wordt erg. Totaal onbezonnen inktvisongevallen. Die het strandpubliek vlug
vlug de zee in sturen, op piepkleine kaapjes in afzondering.

Toch is het belang van dit klimaat zonneklaar. Het is de bergkam, de blauwe. De bergkam die
zich als kuip over alle hoofden uitstort. Het belang zit verder nog in de re-gel-maat, in de vele
drijfvergunningen, het vele drijfhout en de bijbehorende mensen. Heel de beau monde drijft
hier, of vliegt weg per helicopter.