5:00 uur:
Er wordt geschreeuwd. Waarom weet ik niet. Ik ken de man die schreeuwt niet. De meeste personen met wie ik deze sportzaal deel ken ik niet. Ik weet niks van ze, behalve dat ze, net als ik, geen huis hebben. Wat ons bindt is het verlangen ons over te geven aan de slaap. Dat, terwijl we allen slapen met één oog open.
7:00 uur:
De bewaker trapt tegen de poot van mijn veldbed en gebiedt me op te staan. Ik heb het koud en rek mijn tijd onder de dekens. Na het tweede bevel spring ik op en schiet in mijn kleren. Waarom ik nu verwacht wordt twee uur te gaan zitten niksen op mijn stoel in plaats van in mijn bed, is mij een raadsel.
9:00 uur:
Ik begeef me, net als alle anderen, naar de uitgang van de sportzaal. Voordat ik het gebouw verlaat, haal ik mijn rugtas uit de kluis en pak mijn ontbijt. Voor de sporthallen drink ik mijn kopje thee en eet ik mijn broodje. Iedereen om mij heen doet hetzelfde, maar de politie staat klaar om ons uiteen te drijven. Ik roep mijn vriend en samen maken we aanstalten te vertrekken.
10:00 uur:
Wanneer we aankomen op het adres waar we de dag mogen doorbrengen, zijn de andere jongens al gearriveerd. Zij hebben dezelfde route afgelegd als wij, twee aan twee. We openen de deur en proberen zo onopvallend mogelijk het pand te betreden. De officiële opvanglocaties zijn onlangs gesloten en sindsdien worden we geacht onze dagen op straat door te brengen. Voordat we hier terecht konden voetbalden we de godganse dag in het park om warm te blijven. Nu schenken we onszelf een kop koffie in en sluiten de gordijnen. Niemand mag zien dat we hier met tien man binnen zitten.
11:00 uur:
Jeroen komt binnen. Hij helpt ons met van alles en nog wat gedurende de dag en geeft ons Nederlandse les: “Vandaag, wat gaan we eten?” – “We eten soep van Lentils” – “Oh, goed…lekker.”
13:00 uur:
Het is mijn beurt om boodschappen te doen en te koken. Ik ga naar de supermarkt om de hoek. Daar doe ik mijn best om in de smalle wandelgangen 1,5 meter afstand tot mijn medemens te behouden. Nog nooit eerder ben ik me zo bewust geweest van de mensen met wie ik een winkel deel.
15:00 uur:
We eten zij aan zij aan tafel. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje, dus afstand van elkaar houden we niet. De soep is te zout uitgevallen, maar desondanks scheppen we allemaal een tweede keer op. Nu is het moment onze buik te vullen.
17:00 uur:
Ik parkeer mijn fiets voor de Sporthallen en ga in de rij staan. Langzaam nader ik het ontvangstcomité dat me bij de ingang staat op te wachten. Zij fouilleren iedereen afzonderlijk en doorzoeken de tassen. Met een kort knikje wordt me te kennen gegeven dat ik naar binnen mag. Ik begeef me naar de kluizen en verzamel wat ik nodig heb: schone kleren voor morgenochtend en mijn telefoon.
19:00 uur:
Op de vloer is mijn ruimte afgetekend met tape. In deze ruimte zonder muren staat een veldbed, een tafeltje en een stoel. Alle 49 personen met wie ik de slaapzaal deel, hebben eenzelfde ruimte toebedeeld gekregen. Aan mijn tafeltje nuttig ik het avondeten dat ik in ruil voor een eetbon heb gekregen. Ditmaal is dat een broodje kaas. Al mijn buren zitten, net als ik, in afzondering te eten aan hun tafeltje.
20:00 uur:
Ik ga met kleren aan in bed liggen en laat mijn ogen glijden over de koppen van de artikelen die mijn vrienden vandaag hebben gepost op social media. Ik leg mijn telefoon vrij snel weg want ik merk dat de berichtgeving mij te veel angst inboezemt. Deze angst kan ik me in mijn situatie niet permitteren. Ik ga op mijn rug liggen en laat mij verblinden door de felle lampen die de sporthal verlichten.
22:00 uur:
Het licht gaat uit. We worden gemaand stil te zijn. Ik trek de dekens over mijn hoofd en dommel in.
2:00 uur:
Van top tot teen ben ik door kou bevat. Ik moet naar de wc, maar voel er niks voor om mijn dekens af te werpen. Een uur achtereen lig ik in bed te rillen voordat ik besluit dan toch naar de wc te gaan. Daar knijp ik net iets te laat mijn neus dicht want de penetrante pislucht heeft mijn neus al bereikt. Ik doe mijn duit in het zakje en keer snel weer terug naar mijn bed. Daar wikkel ik mezelf in de dekens op het ietwat te smalle veldbed. Ik sluit mijn ogen en het duurt ondefinieerbaar lang voordat de omgevingsgeluiden beginnen te vervagen
5:00 uur:
Een schreeuw. Ik schiet overeind. Een nachtmerrie.
Ik ben gevlucht uit Soedan. Ik was net begonnen me te oriënteren op mijn toekomst vlak voordat de Corona crisis uitbrak. Ik wilde voorwaarts na jaren van stilstand, maar nu ben ik wederom gedwongen tot stilstand. Terug naar Soedan kan nu niet, en hier een aanvraag voor een verblijfsvergunning doen gaat momenteel ook niet. Ondertussen heb ik hier niks. Geen huis om me terug te trekken in veiligheid. Geen geld om mezelf te kunnen onderhouden. Ik ben gedwongen mijn dagen met lotgenoten te slijten. Lotgenoten die zich allemaal in eenzelfde precaire positie bevinden. In de hoop dat niemand van ons ziek gaat worden want dan is het hek van de dam. Ik word al jaren structureel buiten de maatschappij geplaatst, maar nu voel ik me extra kwetsbaar. Graag zou ik in quarantaine gaan. Maar dat is een privilege. Ook in ons land. Daarom wil ik jullie oproepen deze crisis aan te grijpen om een nieuw normaal te scheppen. Een nieuw normaal dat structurele ongelijkheid uitsluit.